|
||||||||
|
Er zijn van die bluesbands, die begrijpen, dat de blues het lekkerst klinkt zonder al te veel opsmuk als bijvoorbeeld een enorm opgeschroefd volume. Zo’n band is het trio The Dig 3, een trio dat werd gevormd tijdens de Covid pandemie van 2020, en bestaat uit zanger / gitarist Andrew Duncanson (Kilborn Alley Blues Band), gerenommeerd harmonicaspeler Ronnie Shellist, en all-round multi-instrumentalist Gerry Hundt (Nick Moss, Corey Dennison). Vintage old school dat is wat bij met opkomt als ik naar The Dig 3 luister. Ikzelf heb de tijd niet meegemaakt maar ik voel dat deze muziek zijn oorsprong vind in de echte blues, Hound Dog Taylor, Big John Wrencher, Bo Diddley, John Lee Hooker, dat soort mannen. Mix deze blues in een blender en voeg een vleugje Maxwell Street geluiden van de jaren '50 en '60 toe en je hebt iets wat op de lekkere old school blues sound lijkt van The Dig 3. Hun eerste release, hun debuutalbum, was in 2020 de verrassingsrelease van het jaar. Het nieuwe album "Damn the Rent" volgt op dezelfde gruizige manier, alle nummers live opgenomen in de studio zonder overdubs, dat is natuurlijk deels te danken aan Hundt, die meerdere instrumenten tegelijk bespeelt: drums, percussie, bas, gitaar, harmonica, orgel en mandoline. De sound op dit album is dan ook authentiek, enthousiast en energiek. "Damn the Rent" omvat 10 zelf geschreven songs, en twee opvallende bonus tracks, opvallend als zijnde, nu gebracht door The Dig 3 BIG, een kwintet zonder Shellist maar met achtergrondzangeres Lauren Dukes, bassist Aaron Whittier en drummer Rick King. Hundt speelt op deze twee tracks zowel gitaar als orgel. Deze nummers zijn vorig jaar opgenomen in een studio in Chicago. Zeer verrassend, is dat "Southern Fantasy", uit hun vorig album opnieuw is opgenomen en voorzien van een disco-funk ronkende baslijn, dat daardoor heel anders klinkt dan de aanstekelijke gutbucket aanpak van de vorige nummers. The Dig 3 BIG sluit het album met het soulnummer "All the Love That I Got" met intense zang en veel verve af, een nummer dat als tweede track deze plaat siert, maar hier duidelijk de meer klassieke Chicago blues opzoekt. Maar openen doen ze met "Take a Ride", een Bo Diddley achtige beat, en de klassieke John Lee Hooker is dan weer te vinden in "Big Water". En zo verder het album wisselen shuffles en boogies mooi elkaar af, The Dig 3 vertolkt dit repertoire authentiek , maar vooral hartverwarmend. Graag vernoemen we nog het vrolijke, instrumentale nummer "Chuck and Willie" - dat verwijst naar de overleden geliefde pianist Barrelhouse Chuck, terwijl Willie denkelijk Willie Buck is - maar ook het afsluitende en stampende "Old Dog" dat eerder een Maxwell Street geluid opwekt. The Dig 3 laat gewoon horen hoe onopgesmukte blues hoort te klinken, en zo horen we het ook graag.
|